Technisch top met ISA Bruin
In de uiterste noordoosthoek van Wallonië, op een steenworp afstand van het drielandenpunt bij Vaals en verscholen in een vallei bij Hombourg, ligt het legkippenbedrijf van Simon Piedboeuf genaamd Siplum. Simon (38) heeft dit bedrijf gekocht in 2007. Het was destijds een ouderdierenbedrijf maar Simon is er meteen met leghennen van Vepymo gestart.
Een echte ondernemer
De stappen die hij sinds 2007 gezet heeft als ondernemer tonen zijn aard. “Ik heb het bedrijf gekocht toen ik 23 jaar was. Er waren toen drie stallen met een traditionele beun. Vanaf november 2019 staat in twee van de drie stallen een rijenvolière van Big Dutchman van het type Step. Sindsdien kan ik in totaal 40.000 kippen huisvesten,” vertelt Simon. Simon woont met zijn vrouw en twee zonen (7 en 11 jaar) vijftien kilometer verwijderd van het legbedrijf in Warsage. Zijn vrouw werkt als onderwijzeres op een basisschool en is, mede doordat ze niet bij het bedrijf wonen, minder bij het bedrijf betrokken.
Afzet eieren
Van 2007 tot afgelopen jaar had Simon altijd kippen op vergoedingsbasis voor Belgabroed. Wel kon hij door technisch goed te draaien een mooie extra bonus verdienen. Dit systeem werd echter afgebouwd en daarom heeft Simon in juli 2022 voor het eerst kippen voor eigen risico opgezet. De ronde ervoor had zeer goed gelopen met ISA Brown en daarom heeft hij besloten hier mee verder gegaan. De eieren worden evenals voorheen geleverd aan Maaslandeieren in Maaseik.
Natuurlijke ventilatie werkt goed
Een opmerkelijk punt op het bedrijf is de natuurlijke ventilatie, ook in de volièrestallen. “Toen ik het bedrijf kocht was er natuurlijke ventilatie bij de ouderdieren. Omdat ik toen zo weinig mogelijk wilde investeren, ben ik daarmee doorgegaan en dat beviel goed,” vertelt Simon. Omdat in de 13,5 meter brede stallen maar twee volièresystemen staan, is er relatief veel ruimte. Desondanks kunnen er zestien kippen per m2 staloppervlakte gehuisvest worden. Voor de echt warme dagen in de zomer zijn er extra ondersteuningsventilatoren die voor luchtcirculatie zorgen. Dat dit systeem werkt, blijkt wel uit de zeer lage uitval. De kippen zitten nooit in te veel tocht. Bovendien is er minder risico bij bijvoorbeeld stroomuitval en het zeer lage stroomverbruik is vooral de laatste tijd zeer gunstig.
Technische cijfers
De laatste afgesloten ronde ging weg op 85 weken leeftijd. Het aantal eieren per opgehokte hen was 401, wat voor bruine kippen zeer hoog is. De cumulatieve uitval was op 80 weken 6,7% en liep naar het einde toe op naar 8,8%. Het koppel dat er nu zit loopt nog beter. Ze zijn momenteel 57 weken en leggen nog 95%, hebben een eigewicht van 62,8 gram en eten 122 gram voer. De cumulatieve uitval is momenteel 1,7%. “Ik ben niet iemand die veel tijd achter de laptop doorbrengt, maar ik houd wel consequent de cijfers bij in het digitale overzicht,” aldus Simon. Zijn manier van werken is vooral gebaseerd op elke dag goed kijken naar de kippen en naar de voer- en wateropname. “Als ik iets niet vertrouw, dan bel ik liever drie keer voor niets dan één keer te laat.”
Belgische/Waalse wet- en regelgeving
Doordat de Belgische wetgeving en afzetmarkt op enkele punten afwijkt van de Nederlandse en Duitse, heeft Simon met minder eisen te maken dan de meeste Nederlandse collega’s. Zo is er in België geen verbod op snavelbehandeling en omdat de Belgische legkippenhouderij ongeveer zelfvoorzienend is, is er ook geen reden om aan KAT deel te nemen. Dat houdt dus in dat OKT (Ohne Kücken Toten) in België geen item is. Dit geldt ook voor NGMO, er gaan immers nauwelijks of geen eieren naar Duitsland.
Daarnaast is er nog het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië. De mestafzet is nooit een probleem geweest. Die gaat al lange tijd naar een akkerbouwer en daar hoeft nooit voor bijbetaald te worden. Nog een interessant verschil is de stikstofdiscussie. Deze woedt in Vlaanderen even hevig als in Nederland, maar in Wallonië speelt dit probleem niet. Blijkbaar houdt het stikstofprobleem op bij een taalgrens.
Toekomst
Op de vraag wat zijn plannen voor de toekomst zijn moet Simon even nadenken: ”Mijn doel is niet om zo groot mogelijk te worden, dan word ik afhankelijk van vreemd personeel. Nu heb ik twee mensen die mij bij gelegenheid een keer helpen. Zij komen elke dinsdag, zodat ik dan de handen vrij heb voor andere werkzaamheden. Voor later zou het kunnen als één van de zonen in het bedrijf wil komen om een locatie bij te kopen, maar daar ga ik zeker niet op aandringen. Ze moeten het zelf willen.” Onlangs heeft Simon nog een loods gebouwd, omdat hij de vergunning kon krijgen. Deze loods wordt verhuurd. Ook dat is een voorbeeld van ondernemerschap. “Verder blijf ik wel kijken waar mogelijkheden liggen,” besluit Simon.
Bron: De Heus